Welkom bij molen De Put ~ Leiden
Stadsaanzicht westzijde van de stad Leiden ca. 1670 met daarop molen De Put 1619 - 1729.
Een pentekening uit ca. 1780 laat het oude bolwerk zien met daarop de (nieuwe) molen de Korenbloem.
In 1729 verrees op de plek van De Put ook zo'n molen in een stenen gedaante als de nog bestaande molen De Valk uit 1743 (een stellingmolen).
De Korenbloem kwam in 1817 door sloop aan zijn einde.
Morschpoortkazerne 1817 - 1981
Foto gezien vanaf de spoorbrug Leiden-Utrecht ca. 1975. De Morspoortkazerne is het kolosale vierkante gebouw links op de foto, onder de schoorsteen van de energie centrale.
De ophaalbrug van de Morschpoort is nog steeds aanwezig, net als achter de Morspoortkazerne de oude stadspoort "De Morschpoort".
Verhalen gaan dat het vroeger een smerige boel was rond de koksschool, ratten liepen over het terrein en doken weg
in de Morssingel.
Tot 1981 bepaalde de Morschpoortkazerne het stadsbeeld op de hoek van Galgewater en Morssingel. Na de sloop hiervan bouwde de gemeente er woningen en legde een parkje langs de singel aan.
Het molenbolwerk is reeds terug gebracht, nu de molen nog.... 1985
Herbouw molen De Put
Al in 1983 is het bolwerk weer hersteld in zijn oude glorie en wel zoals dat vroeger deel uitmaakte van de vestingwerken om de oude binnenstad. Ook de herbouw van de dubbele ophaalbrug was onderdeel van het plan van de gemeente Leiden om dit deel van de stad een nieuw aanzien te geven.
De herbouw op het bolwerk van de molen zelf was echter niet opgenomen. Na het ontdekken van de oude fundering van de molen De Put uit 1619, richtte een groep enthousiastelingen in 1983 een stichting op die het herbouwen van de houten standerdkorenmolen De Put tot doel had. Daarmee zou aan de stad Leiden weer een standerdmolen worden teruggegeven.
De gemeente besloot om alvast de heipalen voor de molen te slaan nu dat nog makkelijk kon. De nieuwe Stichting Molen De Put ontving vele giften en haalde met een loterij (waarvan de loten honderd gulden kosten met als hoofdprijs een auto) fl 100.000 (ca. €45.000) binnen. De totale herbouwkosten bedroegen fl 375.000 (ca. €170.000). In 1986 was het benodigde geld ingezameld en werd er een bouwopdracht gegeven aan molenmakerij Van Beek uit Rijnsaterwoude. In dat jaar verscheen er al een deel van de stenen onderbouw, maar het duurde al met al nog een jaar voordat de molen daadwerkelijk aan het Galgewater verrees.
Met behulp van twee mobiele kranen werd in één dag tijd al een groot gedeelte van de molen in elkaar gezet.
Op de vier al eerder gemetselde poeren of teerlingen werden de zonneblokken gelegd met daarop kruislings de twee kruisplaten.
Terwijl een hijskraan de standerd (een 350 jarige oude eikenboom) boven de kruisplaten hangt, werden met een andere kraan de steekbanden geplaatst.
Deze steekbanden (de schoren) zorgen ervoor dat de standerd overeind blijft. De constructie is zo gemaakt dat de standerd altijd het gewicht van de molen overbrengt naar de steekbanden en niet direct naar de kruisplaten. De standerd hangt dus met zijn verbindingen in de steekbanden en steunt niet op de kruisplaten.
De steekbanden zijn samen met de zetel geplaatst waarop straks voor een deel het gewicht van de kast rust. De kast kan straks om de standerd heendraaien, vandaar dat het bovengedeelte van de standerd rond is gemaakt. De kast moet namelijk kunnen draaien om de wieken straks naar elke gewenste windrichting te plaatsen.
Op de standerd wordt de steenbalk gelegd. Deze zware balk brengt straks het gewicht van de totale molenkast met wieken en al over naar het draaipunt, de standerd.
Op de steenbalk liggen aan weerszijden de steenlijsten die het gewicht van de voor- en achterzijde overbrengen naar de steenbalk. Weegbanden (schoren) zorgen voor stabiliteit en verdeling van gewicht en krachten.
Na het aanhangen van het storm- en trapgebint (de voor- en achterzijde van de kast) worden de daklijsten geplaatst.
Aan het einde van de eerste dag wilde men nog de bovenas met het bovenwiel inhijsen maar het werk zat wat tegen. Morgen weer een dag…
Met gepotdekselde grenen planken wordt de kap wind- en waterdicht gemaakt.
Gaandeweg krijgt de molen zijn huid. De voorzijde van de molen wordt afgewerkt met grenen planken in gepotdekseld visgraadverband.
Inmiddels is de gehele kap van de molen gedicht.
Ook het stormgebint verdwijnt langzaam achter het dekhout.
Een week later is de inwendige constructie niet meer zichtbaar. De zijkanten en achterkant zijn bedekt met verticale grenen planken. Over de naden komen verticale latten.
Ook is inmiddels de staartbalk aan de achterzijde van de kast gemonteerd. Hieraan wordt later de trap gehangen samen met de constructie om de molen naar de wind te kunnen zetten, het zogenaamde kruiwerk.
De kast krijgt zijn definitieve kleuren, de ondertoren heeft een dak gekregen waarop de onderlaag van de dakbedekking wordt aangebracht.
Molen de Put is een gesloten standerdmolen waarbij de ondertoren geheel is afgesloten en daardoor geschikt is voor opslag.
De steigers zijn weg en de kast is rondom geschilderd.
Nu is het wachten op het steken van de gelaste, stalen roeden.
De roeden met een lengte van 24 meter elk zijn met behulp van een mobiele hijskraan kruislings door de bovenas gestoken. Ze worden met wiggen in de gietijzeren askop vastgezet.
Inmiddels zijn ook de heklatten in de roeden vastgewigt en komt duidelijk de zo kenmerkende kromming, de zeeg te voorschijn. Deze zeeg is al in de roede aangebracht door de gaten een steeds iets andere hoek te geven. Dat zorgt ervoor dat er zoveel mogelijk energie uit de wind wordt gehaald.
Op de heklatten worden later door de molenaar de zeilen gespannen. Aan de andere zijde van de roeden komen de windborden die onder een hoek schuin naar voren worden bevestigd.
Op 8 mei 1987 is het dan zover, molen De Put is klaar voor ingebruikname. De voorbereidingen worden getroffen voor het ontvangst van twee wethouders, de heren Peters en Tesselaar.
Maar helemaal af is de molen nog niet want de dakdekkers zijn nog bezig aan de ondertoren.
De molen is opgezeild en versierd in afwachting van de officiële opening om 16.00 uur.
Er is geen wind te bekennen, maar dan... wordt om 16.00 uur officieel de vang (rem) gelicht en komen de wieken in beweging op een klein zeebriesje dat helaas na een kwartier alweer verdwenen is.
Maar de molen is hiermee overgedragen aan de stad Leiden.
De gemeente Leiden is eigenaar van de molen geweest tot 2016 terwijl de Stichting Molen De Put de molen huurde en voor de exploitatie zorgde.
Sinds 20 september 2016 is de molen eigendom van Molenstichting Leiden en Omstreken (www.molenstichtingleidenenomstreken.nl). De exploitatie is in 2022 overgenomen door de Stichting Exploitatie molen de Put.
Samen met de Rembrandtbrug vormt de molen een beeldbepalend stukje Leiden, alsof hij nooit is weg geweest…
Doorsnedetekening molen De Put